|
Als u de uitgezette route langs de genummerde paaltjes volgt, vindt u hieronder bij het betreffende paaltje, informatie over hetgeen er te zien is. Welkom! Het landhuis De Hertgang, ontworpen door architect Bedaux, is in 1958 gebouwd op de toen nog kale Brabantse Wal, 12 meter boven polderniveau. De tuinen rond het huis zijn aangelegd onder leiding van landschapsarchitect Jan van Koolwijk. De wandelroute leidt u eerst door het arboretum en dan door de tuinen. Paaltje 2 Rond de vijver met het marmeren beeld ‘De Waternimf’ groeit het appeltjesblad (gaultheria shallon). Daarin een lichtroze ramblerroos ‘Paul’s Himalayan Musk’. Vooraan staat een lichtgroene Japanse esdoorn met prachtige herfstkleuren. Wat verder, van links naar rechts pruikenboom (cotinus), esdoorn “Sangokaku”, rode en witbloeiende azalea’s, Amerikaanse jeneverbes en rode rodo’s. Rechts staat een breed uitwaaierende boom: Perzisch ijzerhout (parottia persica) met hard hout, zo zwaar dat het zinkt! Paaltje 5 Vanaf het bankje kijkt u over de Nieuw-Beijmoerse polder richting Tholen. Om u heen grote inheemse bomen: eiken, beuken, lindes. Van hier daalt u af naar de Lage Tuin. In het vak links langs het pad de kleinbladige ribes alpina, een sterk groeiende sierbraam rubus irenaeus, een photinia, acer vitifolium een honingboom (sophora japonica). Beneden loopt u onder een acer ginnala door en aan de overkant van het slootje allerlei kleuren rhododendron mollis onder een enorme magnolia kobus. Paaltje 7 Vanaf het bankje kijkt u het sedumlaantje in. Links achter u de styrax japonica en boven u de grote moerascipres, naaldverliezend met een prachtig roodbruine herfstkleur. Daarachter de zakdoekjesboom uit China met grote witte schutbladeren tijdens de bloei. Later in de zomer hangt hij vol met noten. Overal in de Lage Tuin bodembedekkers zoals maagdenpalm, pachysandra, luzullagras, daglelies, bonte dovenetel en lievevrouwebedstro. In het voorjaar ook veel akelei, boshyacint en daslook. Paaltje zonder nummer bij ginkgo Dit is de ‘oerboom’ ginkgo biloba, Japanse notenboom. De tweelobbige bladvorm is gevonden in fossiele gesteenten van 200 miljoen jaar oud. Was bijna uitgestorven, gevonden bij tempels in Japan en China. Prachtige botergele herfstkleur. Daarnaast een sassafras uit Noord-Amerika met verschillende vormen blad. Aan de andere kant van het pad weigela, clethra en daarachter een acer pensylvanicum met mooi gestreepte bast. Paaltje 8 Verder door de Lage Tuin naar de rododendron-collectie, in het voorjaar een kleurenfeest. Rechts een breed-vertakte trompetboom (catalpa) met grote gele bladeren en tuilen witte bloemen in juli, daarna lange smalle peulen met zaden. Zijn bijnaam is ‘ambtenarenboom’: laat in blad en vroeg weer kaal! Vervolgens clerodendron (pindakaasstruik), grote blauwspar, cornus kousa, pluimhortensia’s, Japanse esdoorn, suikeresdoorn en tenslotte de Japanse zelkova serrata met prachtige herfstverkleuring. Paaltje 9 Een bosgedeelte met inheemse bomen: eiken, beuken, esdoorn, robinia, meidoorns. Paaltje 10 De “rondweg”: hoog uitgegroeide moerascipressen. In de moerassen in Florida (herkomst) staat hij een deel van het jaar in het water, en neemt dan zuurstof op door kniewortels die net boven het water uit steken. In de vakken veel eiken met nieuwe aanplant van magnolia’s, hibiscus en hortensiasoorten. Links een groenblijvende spies-den uit China met vlijmscherpe naalden. Hij kan wel 40 m hoog worden; het hout is geliefd vanwege de duurzaamheid en wordt gebruikt voor scheepsmasten en doodskisten. Gele Paaltje De gele route leidt u door een klaphek naar de weilanden van het landgoed. Dit is een nat gebied door het kwelwater van de Brabantse Wal. Er staan bomen die zich thuis voelen in natte grond: een watercipres (metasequoia), een treurwilg, een krulwilg, een Canadese populier, een moerascipres en Italiaanse populieren. Door jaarlijks maaien en afvoeren zonder te mesten, wordt de bodem verschraalt zodat brandnetels en distels vervangen worden door allerlei heemplanten. Paaltje bij pauwenbankje Hier kijkt u uit over de weilanden van het landgoed en over de polder naar de kerk van Tholen. Dit is de rand van de Brabantse Wal waar vroeger de schorren van de Oosterschelde waren. In 1750 is het gebied ingepolderd. In 1953 braken de dijken en kwam de Oosterschelde nog een keer terug tot hier. Er staat sinds een paar jaar schrikdraad omdat de reeën vanuit de polder De Hertgang binnenkwamen en schade aan bomen en struiken aanrichtten. Paaltje 13 U staat onder een grote Hongaarse beuk met de bijnaam “Olifantenpoot” vanwege zijn stam en wortels. Het vak met beuken aan de rechterkant is in de lente een blauw tapijt van boshyacinten. Links twee esdoornsoorten: acer shirasawanum en acer cissifolium. Paaltje 14 In dit vak ziet u onder andere een enorme eikbladige beuk, hoge Oostenrijkse dennen, een phellodendron (kurkboom), een catalpa (trompetboom), een liriodendron (tulpenboom met tulpvormige bladeren en geelgroene tulpvormige bloemen), en een euonymus alatus (kardinaalshoed). Paaltje 16 Hier staat de grote uitwaaierende Alexandrijnse laurier (danae racemosa) waarvan de takken in grote bloemstukken gebruikt worden. Verder een groep Japanse azalea’s, een cotoneaster horizontalis en een staphylea pinnata (pimpernoot). In het vak aan de rechterkant een mooie groep berberis darwinii en daarachter de stam van een 65 jaar oude momi-zilverspar uit Japan (abies firma).
|
Paaltje 19 U gaat hier linksaf naar de westrand van het landgoed waar u tussen de stammen van populieren en esdoorns uitkijkt over de polder. De bodembedekker hier is hedera (klimop). Inderdaad ideaal in deze vakken waar het vrij donker is en waar het in herfst en winter erg ruig weer kan zijn. Ideaal, maar je moet de klimop van april tot oktober wel iedere maand bijsnijden zodat de paden niet dichtgroeien en hij niet in de bomen klimt. U wandelt over de “rondweg” langs de bosrand naar paaltje 21. Paaltje 21 Hier maakt u een ommetje onder berken, een judasboom, een els, en een es. Ieder jaargetijde bloeit er wel wat. Van scilla’s, de judasboom en krentenboompjes in de lente naar boerenjasmijn, deutzia, en persicaria in de zomer tot hortensia’s en cotoneasters in nazomer en herfst. Bij Paaltje 22 gaat u rechtsaf de “rondweg” op langs groepen rododendrons met daarachter bijzondere bomen zoals een hovenia, een kleine picrasma, een parrotiopsis, een elaeagnus, zwarte dennen en een majestueuze beuk. Paaltje 23 Hier gaat u linksaf. Achter het paaltje een cephalotaxus met daarachter hoog oprijzend een Japanse zilverspar (abies homolepis). Verderlopend rechts een quercus marilandica (blackjack eik) met daarachter een cryptomeria japonica Lobbii en een bezemstruik (spartium junceum, lijkt op brem). In het voorjaar weer scilla’s en winterpostelein op de bodem. Op de hoek een ceanothus (amerikaanse sering). ’s Zomers persicaria polymorpha en macleya cordata (pluimpapaver). Paaltje 24 Hier rechtsaf. In de cotoneaster horizontalis een photinia en daarachter een grote zilverspar, de Nordmann-kerstboom. Verderop rechts een oude Japanse zilverspar, en een grote fluweelboom (rhus). Links een pluimhortensia en een winterbloeiende kamperfoelie en voor de splitsing een grote vingerplant (fatsia japonica). Paaltje 25 U verlaat het bosgedeelte en komt op het gazon met eilandborders. Eerst nog rechts een hanglarix, daarvoor een kleinbladige kalmia angustifolia ‘Rubra’. Dan diverse spiraea-soorten en Japanse azalea’s. Daarachter, tegen de rodo’s een gymnoclades (doodsbeenderenboom). Links forsythia en struikrozen met een jonge meerstammige prunus ‘Taihaku’ in het midden. Tot voor kort stond hier een 25 m hoge gele schijncipres (chamaecyparis lawsoniana ‘Lane’), maar deze moest door stormschade gerooid worden.
Paaltje 26 Rond het glooiende gazon vlnr zomereik, rode beuk, Noorse esdoorn, tamme kastanje ‘asplenifolia’, vleugelnoot met zijn lange hangende katjes met daaronder een geelbloeiende paardenkastanje, dan sierappel, trompetboom, eikbladige beuk en tenslotte de grote papierberken bij het huis. In de eilandborders veel verschillende, soms zeldzame soorten met naambordjes. In het gazon staan nog 3 solitaire bomen: parrotia ‘Vanessa’, moeraseik en magnolia ‘Galaxy’. Steek over naar paaltje 27.
Paaltje 27 Op de steigerpalen de ramblerroos “Bobby James”. Rechts daarvan een meidoorn en een nyssa sylvatica (zwarte tupeloboom) met mooie herfstkleuren. Links een lampionnenboom (koelreuteria) met daarachter een staphylea colchica (Kaukasische blaasnoot). De vaste planten zorgen van eind mei tot begin oktober voor een kleurig tafereel: geraniumsoorten, phloxen, persicaria, helenium, phlomis en nog veel meer. Paaltje 28 Achter de muur Het Paradijs! Loop eerst vóór de muur u veel bijzonders ziet: de groenblijvende grootbloemige zomerbloeiende magnolia en de chocolakleurige albizia (perzische slaapboom) die zijn fijne blaadjes iedere avond dichtvouwt. Bij het huis een zwaar teruggesnoeide taxus, een poncirus trifoliata met kleine citroentjes, tegen het huis een arbutus unedo, de aardbeienboom. Terug naar het midden gaat u Het Paradijs in. Rechts een verzameling klimplanten, links sierfazanten. Paaltje 29 In Het Paradijs bloeit altijd iets: in het voorjaar de Amerikaanse kornoelje en de stewartia, later de klimrozen op de hokken, tegen de bomen en op betonijzers, dan de hortensiaverzameling met allerlei kleuren en bladvormen in zomer en vroege herfst. Een zwarte walnoot, moerbeibomen en kerspruimen. In de grote vijver waterlelies, eromheen zwanenbloem, snoekkruid, drieblad en nog meer waterplanten met waterjuffers en andere libellen. In de ZW-hoek de tetrapanax met zijn enorme bladeren. Paaltje 30 Hier verlaat u Het Paradijs en komt u in de zijtuin met links tegen de muur de donkerbladige pindakaasstruik met paarse bloemen in september (clerodendron bungei). Verder links de gele choisya ternata (Mexicaanse oranjebloesem) onder een grote tamme kastanje die als parasol fungeert boven het terras. Rechts van de plantenkas het plantenhoekje met een steeds wisselend aanbod van bodembedekkers, vaste planten en struikjes, alles afkomstig van De Hertgang. Paaltje 32 U komt nu in De Nieuwe Tuin, aangelegd in 1997. Hier kunt u nog veel bijzonders ontdekken als u rondgaat. Zoals de pawpaw-boom (asimina triloba), de podophyllum “Spotty-Dotty”, de kalopanax septemlobus met doornen van top tot teen, de boomheide, de lederboom, de bijenboom, de amoer-zilverboom, de chinese parasolboom en nog veel meer tot u bij paaltje 33 komt. Paaltje 33 U staat hier onder de zakdoekjesboom (davidia involucrata) genoemd naar de missionaris Armand David. Hij ontdekte de boom in China midden 19e eeuw en zond zaden naar Europa. De boom heeft een paarsachtig bol bloemetje met twee grote witte schutbladen die als zakdoekjes aan de takken hangen. Dit is het einde van de uitgezette route. Heeft u vragen of opmerkingen? Laat het ons weten via
|